
O Lord, support us all the day long of this troubled life,
until the shadows lengthen, and the evening comes,
and the busy world is hushed, and the fever of live is over, and our work done.
Then in thy mercy, grant us a safe lodging, a holy rest, and peace at the last.
Deze woorden van de heilige kardinaal Newman bidden wij met regelmaat tijdens de Evensong op zaterdagmiddag. Dit gebed is in mijn gevoel zo verweven met Michael, omdat dit precies weergeeft hoe hij de Evensongs beleefde. Niet als een concert, of voor commerciële doeleinden, maar waar het werkelijk voor bedoeld is; liturgie in al haar facetten: rust, reinheid en regelmaat; iedere zaterdag opnieuw na een drukke week en de waan van de dag.
Michael heeft hiermee, begonnen in de Boomkerk, iets groots in Amsterdam neergezet, naast de liturgie op zondag, hier in deze kerk, die minstens van een ongekende schoonheid is. De Evensongs moeten we helaas al een poosje missen, maar de zondagse liturgie is gewoon doorgegaan met de leden van het Consort, en tot 8 november van dit jaar nog onder zijn leiding.
Het is onvoorstelbaar dat hij er niet meer is. De man die juist zo voorzichtig was vanwege het virus en met grote tegenzin soms thuis bleef omdat hij het niet aandurfde, vanwege het behoren tot een risicogroep. Maar die zich ook enorm verantwoordelijk voelde en koste wat kost z’n zangers, hoe beperkt ook, wilde laten zingen.
Zij zullen hem missen; de man met de grote mond en het kleine hart. Die het uiterste van z’n zangers eiste en niet schroomde zogenaamde professionals naar huis te sturen die onvoorbereid hier verschenen. Hij eiste ook van zichzelf het uiterste, want alles werd met zorg uitgekozen, tot in de puntjes voorbereid en gerepeteerd, en vervolgens met liefde uitgevoerd. Een woord overigens dat hij niet wilde horen. Liturgie is geen uitvoering en de zang geen muzikale omlijsting. Michael kon boos worden als een voorganger hier het koor in deze termen bedankte, hoe goed bedoelt ook. Die verwevenheid die Michael voelde tussen muziek, liturgie en de traditie van de kerk is echt uniek te noemen.
Michael was naast een groots musicus ook een in alle opzichten markante persoonlijkheid. Hoewel hij in de pastorie een werkkamer had, hield hij vooral kantoor in de Laars, de stamkroeg van het koor. De ronde tafel voor het raam was zijn bureau en daar ontving hij ook mij toen ik hier net benoemd was. Ik kende Michael al wel langer, maar toch wist hij mij op de kast te jagen toen hij mij die middag vertelde dat hij nooit naar een preek luisterde. Hij ging volgens zijn verhaal dan altijd sherry drinken met koster Harry, want de meeste preken waren ‘boaring.’ Toch wist hij feilloos het preekniveau van mijn voorgangers weer te geven, en kon ik in de kroeg op het nodige commentaar rekenen als hij het met een opmerking van mij in de preek niet eens was.
Michael zag mij en mijn voorgangers overigens niet als de pastoors, maar als collega’s. Hij voelde een gelijke verantwoordelijkheid voor de liturgie en hield absoluut niet van klerikaal gedrag. Zo moest ik mij niet bemoeien met zijn muzikale keuzes. Ik heb dat inderdaad snel afgeleerd, want na een verzoek van mij om ook eens iets van de componist Rutter te zingen, werd hij furious en moest ik hem de nodige rondjes aanbieden om weer ‘on speaking terms’ te komen. Die meestal gespeelde boosheid gebruikte hij overigens vaker om in de kroeg vrij gehouden te worden. We konden over liturgische uitgangspunten flink discussiëren en ik heb daarbij veel van Michael geleerd. Maar hij voelde omgekeerd ook mijn pastorale verantwoordelijkheid en stond met hoogfeesten morrend toe dat we dan, omwille van het volk, met een samenzang lied eindigde. Hij was het er niet mee eens, maar zorgde vervolgens wel voor een klinkende discant van eigen hand.
Het voelen van die pastorale verantwoordelijkheid zorgde er soms ook voor dat Michael mij wees op zaken die in het persoonlijk leven van zijn zangers speelde.
Hij kende ze heel goed en had zorg voor ze. Kon daardoor ook mild zijn en een luisterend oor bieden. Maar kon ook iemand die spreekwoordelijke schop onder z’n kont geven, ook weer uit zorg en omdat hij zag dat het anders niet goed zou gaan. En diep verdriet onder zijn koorleden greep hem aan, het overlijden van de kleine Stella zorgde in een zeldzaam kwetsbaar moment voor een traan over zijn wang.
Hoewel een lekkere prater en genieter van een lekker biertje of een glas goede wijn, was Michael nooit echt open over zichzelf. Het kwam zeker wel eens voor dat hij persoonlijk werd, maar altijd met een zekere reserve. En over een aantal persoonlijke zaken sprak hij per definitie niet. Zijn persoonlijke geloofsleven was zo’n onderwerp waar hij maar moeilijk over sprak. Zo iets kun je niet beredeneren vond hij. Dat moet je ruiken, zei hij, en voelen en je hart er door laten raken. Het is net als verliefdheid, dat kun je ook niet uitleggen. Je kunt het hooguit bezingen of muzikaal onder woorden brengen. Ik heb bij Michael vaker die blik van verliefdheid gezien na een prachtig gezongen motet. Een blik die hij ook kreeg als hij het op serieuze momenten over zijn Colleen had.
Because where we all knew a bit of Michael, you Colleen knew him almost completely. You knew his passion and the fact that he was always busy with music, but also his relaxation on Patmos, enjoying a lot of ouzo together and the company of Dutch and Greek friends. He looked forward to it every year in May and September. There on Patmos he was not due to a public figure that you had to share with others during the year. He was there the Michael who forty-six years ago only had eyes for you and wanted to grow old with you.
Jij hebt jouw verhalen en herinneringen die kostbaar zijn en voelt daardoor zijn gemis enorm. Velen van ons hebben eigen verhalen over Michael en alleen daarom al is het zo onnatuurlijk dat de Laars of de Ooievaar niet open zijn, want daar zou je moeten zijn na een dag als vandaag. Daar gebeurt wat op weg naar Emmaus, het verhaal dat we net lazen, ook het geval was. Jezus kwam opnieuw tot leven door de verhalen van zijn vrienden die honderduit over hem vertelden. Hij liet hen praten en zij raakten weer helemaal begeesterd door zijn way of life, om vervolgens Zijn dromen en idealen verder voort te zetten. Jezus die ook als die onbekende vreemdeling in het leven van Michael is meegelopen, die hem zijn uitzonderlijke talenten liet beleven en die hij uiteindelijk in die nacht van die 3e december herkende als zijn Schepper en Heer en daardoor zijn leven in Zijn handen kon leggen; te vroeg, te abrupt, te heftig, maar in groot vertrouwen.
Michael blijft in onze herinnering in leven, omdat volgende generaties zangers die zijn naam horen graag zullen vragen: ‘Wie was toch die Michael Hedley?’
En zijn naam moet blijven klinken, al is het maar omdat hij dat wat hij in deze kerk heeft neergezet ons als een opdracht meegeeft; namelijk de eredienst hier gaande houden, op het hoogste niveau, tot eer van God en tot welzijn van mensen.
Moge God ons daarom dragen,
doorheen de lange dag,
tot de schaduwen lengen
en de avond valt,
de drukke wereld verstilt
het koortsige leven wegebt
en onze taak volbracht is.
Dan, in Zijn barmhartigheid,
moge Hij ons bereiden,
een veilig thuis, een zalige rust
en eindelijk vrede!
Michael is niet meer, we vertrouwen hem toe aan de rust en de vrede van het hemels Vaderhuis. Maar zijn herinnering houden we levend, met sterke verhalen, vochtige ogen, een glas in de hand en een brok in de keel, en in grote dankbaarheid voor alles wat hij voor zovelen betekend heeft.
Amen.
Pastoor Eric Fennis